4.3 Externe veiligheid

Inleiding &uitleg begrip externe veiligheid

Op deze pagina zullen we u onder andere inzicht geven hoe het staat met externe veiligheid in uw gemeente.  Mogelijke oorzaken van externe veiligheid zullen naar voren komen, maar ook wat het beleid is voor de inrichtingen in de gemeente en of deze aan de eisen voldoen. 

Laten we beginnen met de uitleg van het begrip externe veiligheid. Externe veiligheid betekent “de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is”. Dus onder externe veiligheid valt bescherming tegen gevaren ten gevolge van bedrijfsactiviteiten met, opslag van, of vervoer van gevaarlijke stoffen .  

Staan er inrichtingen in gemeente het Bildt?

Wat is het beleid voor de inrichtingen?

Voor inrichtingen gelden andere regels dan doorsnee bedrijven, maar overal in Nederland zijn de eisen die aan bepaalde inrichtingen worden gesteld wel gelijk. Inrichtingen moeten onder andere verplicht elk jaar een extern veiligheidsrapport (EVR) inleveren. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld hoe groot de risico's zijn voor de omgeving (bijvoorbeeld voor de huizen rondom een fabriek of tankstation). Het Centrum voor Externe Veiligheid (CEV) adviseert de overheid over de risicobepaling, de overheid stelt dan vast waar de inrichting allemaal aan moet voldoen. Bij het beoordelen van gevaarlijke locaties gaat het Rijk uit twee soorten risico’s; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. 

Het plaatsgebonden risico is “de kans dat iemand die het hele jaar op dezelfde plaats is, overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen.” Ondanks dat die kans natuurlijk groter is als iemand vlakbij een inrichting woont, geldt de norm overal. Nergens mag het risico groter zijn dan één op de miljoen per jaar, dus er mag gemiddeld maximaal één persoon per één miljoen mensen overlijden. 

Het groepsrisico is de kans dat er bij een ongeval veel dodelijke slachtoffers vallen. Het groepsrisico van een fabriek in de buurt van een dichtbevolkt gebied is hoger dan van zo'n zelfde fabriek op het platteland. Een ongeval met 10 doden mag niet vaker gebeuren dan eens in de 100.000 jaar en een ongeval met 100 doden niet vaker dan eens in de 10 miljoen jaar. Deze normen zijn niet bindend, maar moeten wel worden nagestreefd. 

Staan er ook inrichtingen in de bebouwde omgeving?

Zoals hierboven al beschreven, staan er inderdaad inrichtingen in de bebouwde omgevingen. 

Op de risicokaart worden kwetsbare objecten getoond die extra aandacht verdienen in de buurt van risicobronnen, zoals LPG Tinq, die vlakbij een onderwijsinstelling staat. Onder risicobronnen vallen gebouwen waarin veel mensen zich kunnen bevinden, en gebouwen waar niet-zelfredzame mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen). 

Bronnen:

-Stol, Wouter. & Tielenburg, Carel. (2011). Basisboek integrale veiligheid. Geraadpleegd op 16 december. 

-Risicokaart Nederland,  Geraadpleegd op 16 december, via: https://nederland.risicokaart.nl/risicokaart.html

-Het Milieuloket. Geraadpleegd op 16 december, via:

https://www.milieuloket.nl/9353000/1/j9vvhurbs7rzkq9/vhurdyxq5fvy#p3

-Centrum voor Externe Veiligheid. Geraadpleegd op 16 december, via:

https://www.rivm.nl/Onderwerpen/E/Externe_Veiligheid

-Plannen het Bildt. Geraadpleegd op 16 december, via:

https://plannen.hetbildt.nl/roplan/hb/NL.IMRO.0063.120520-ON01/t_NL.IMRO.0063.120520-ON01_index.pdf

-Besluit risico’s zware ongevallen. Wetten van de overheid. Geraadpleegd op 18 december, via:  https://wetten.overheid.nl/BWBR0010475/geldigheidsdatum_18-12-2013