Juridische pagina

 
 

Intro

Wij zullen u op deze pagina van informatie voorzien over een paar onderwerpen waar u als burger mee te maken kan krijgen. We geven u uitleg over op welke mate u door de overheid wordt beschermd en op welke manier dit gebeurt. We zullen de relatie tussen de overheid en burger voorzien van voorbeelden, waaronder het proces van vergunningverlening en bezwaarmaking.

 

Woonwijk
 

Geluidsoverlast: 
 

Het is verboden om apparaten te gebruiken die zo veel geluid produceren dat er overlast wordt veroorzaakt voor de omgeving, maar het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van dit verbod. Dit betekend niet dat je voor elke klus een ontheffing moet aanvragen, maar overleg wel met de omwonenden die de hinder ervaren. Want je bent dus wel strafbaar als de omwonenden klagen.

 

Meer over geluidsoverlast en gerelateerde zaken vind je in APV (link onder aan deze pagina) art. 4.1.1 tot en met 4.1.5

 

Hondenpoep:

De eigenaar van een hond mag zijn hond niet laten poepen op openbare ruimten binnen de bebouwde kom of op een speelplaats, zandbak, sportveld of speelweide buiten de bebouwde kom. Als de hond er toch poept moet het opgeruimd worden.  Dit is een verbod zonder uitzonderingdus kan een boete worden uitgeschreven aan de eigenaar van de hond. Dit kan zowel de politie doen als de wijkagent. 

 

Als u hinder ondervind in uw buurt kunt u hierover een klacht indienen op de site van de gemeente.
 

Meer over Honden in het APV vind u in art. 2.4.17-18-19

 

Loslopend vee:

De eigenaar van vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een veekering, is verplicht ervoor maatregelen te treffen dat dit vee de weg niet kan bereiken.

 

Gebeurt dit niet dan loopt u kans om een boete te krijgen en als u na waarschuwingen en boetes nog steeds uw vee los laat lopen loopt u de kans dat uw dieren in beslag worden genomen.

 

Carbid:

Er mag alleen carbid geschoten worden als er deze voorwaarden voldaan wordt:
 

• Als er gebruik wordt gemaakt van melkbussen of dergelijke voorwerpen met een maximale inhoud van 50 liter, met gebruikmaking van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen.

• Het gebruik mag alleen plaats vinden op 31 december van 10.00 uur tot 1 januari 02.00 uur.

• Er  moet tenminste 14 dagen voorafgaand aan de datum van gebruik, melding worden gedaan aan het college. Deze melding moet tevens voorzien zijn van een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein waaraf wordt geschoten.Ook moet de melding worden voorzien van een kaart waarop de betreffende locatie is ingetekend en waarop de schootsrichting is aangegeven.

• De plaats vanwaar geschoten wordtmoet op een afstand van tenminste 75 meter van woonbebouwing liggen enop een afstand van tenminste 300 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren.

  APV art. 2.6.4

   

  Een vergunning kan men per brief, via internet of aan het loket bij het gemeentehuis aanvragen.

  Als men geen vergunning heeft maakt u daarmee kans op boetes en dat de spullen in beslag worden genomen.

   

  Er moet uitgekeken worden met het bewaren van overgebleven carbid, want er is ook een vergunning nodig voor de opslag van Carbid.

  Internet aanvraag: https://digid.hetbildt.nl/digitaal-loket/plugins/form/evenementenvergunning.html?L=myjpagklncito

   

 

 

 

Bedrijf en veiligheid
 

Afwijken bestemmingsplan:

Als het bouwplan in strijd is met wat er in het bestemmingsplan staat, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze voorschriften.  Hiervoor kan dan een vergunning worden gegeven. Er zijn 3 soorten vergunningen: een binnenplanse afwijking, een buitenplanse afwijking en een tijdelijke afwijking

 

Een tijdelijke afwijking:

De gemeente staat voor een termijn van maximaal vijf jaar toe dat er in een bepaald gebied gebouwd wordt. Denk aan het bouwen van een opslagloods voor een groot bouwproject. Of er wordt toegestaan dat het gebied tijdelijk gebruikt wordt voor een ander doel dan in het bestemmingsplan staat. Een tijdelijke ontheffing is alleen maar mogelijk als vooraf vast staat dat daarmee wordt voorzien in een tijdelijke behoefte.

 

Een buitenplanse afwijking:
 

Betekend dat het echt helemaal niet in het bestemmingsplan staat. Dus dat er echt iets bij het plan moet. Hiervoor kan ontheffing verkregen worden. De rijksoverheid heeft een lijst opgesteld met situaties waarin burgemeester & wethouders ontheffing kunnen verlenen van het bestemmingsplan. Dit zijn kleine dingen. Voorbeelden hiervan zijn een dakkapel, antenne, broeikas of kleine uitbreiding aan een woning. Toch kan een buitenplanse afwijking ook over een groter project gaan.

 

Binnenplanse ontheffing:
 

Houdt in dat er een paar regels in het bestemmingsplan staan die jou plannen in de weg staan en ook hiervoor kan de gemeente ontheffing geven. In de voorschriften van het bestemmingsplan is opgenomen waarvoor, op welke manier en tot welke grenzen dat mogelijk is.

 

 

Opslag gevaarlijke stoffen:
 

Wordt er gewerkt met gevaarlijke stoffen dan moet er aan veel voorwaarden worden voldaan om het veilig te houden. Verpakte gevaarlijke stoffen moeten, met uitzondering van de noodzakelijke werkvoorraad, worden opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening. In de opslagvoorziening mogen daarnaast uitsluitend aanverwante stoffen worden opgeslagen. Hier mogen niet alle stoffen bij elkaar staan. Zo moeten gasflessen gescheiden van overige gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in een  aparte opslagvoorziening. Een paar verpakte gevaarlijke stoffen mogen niet in dit soort opslagvoorziening opgeslagen worden dit zijn:  klasse 1 (ontplofbare stoffen en voorwerpen);  klasse 6.2 (infectueuze stoffen) en klasse 7 (radioactieve stoffen).

 

Opslag in een werkplaats moet aan de volgende eisen voldoen:
 

• De werkvoorraad moet strikt noodzakelijk zijn;

• Per gevaarlijke stof mag ten hoogste één aangebroken verpakkingseenheid aanwezig  zijn, plus één reserve;

• De werkvoorraad mag zich niet bevinden in een rijroute van vorkheftrucks of andere  transportmiddelen;

•  De werkvoorraad mag het vluchten niet belemmeren;

• Gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die als werkvoorraad in een productie- of werkruimte of nabij een procesinstallatie aanwezig zijn, moeten worden bewaard in deugdelijke verpakking, die bestand is tegen de desbetreffende gevaarlijke stof;

• Indien de werkvoorraad bestaat uit een hoeveelheid van meer dan 50 l dan moet de  verpakking zijn geplaatst boven een lekbak of een gelijkwaardige voorziening. Hiervan kan worden afgeweken als (het desbetreffende deel van) de vloer van de desbetreffende productie/werkruimte ten minste vloeistofkerend is. Voor brandbare vloeistoffen is echter altijd een lekbak of een andere gelijkwaardige voorziening vereist.

• Bevoegd gezag ( de gemeente, de arbeidsinspectie en ander instanties ) kunnen hier veiligheidshalve regels aan toevoegen
   

Verder informatie of informatie over specifieke stoffen vind u in de PGS 15.

 

Drank en horeca

Leeftijd:
 

Het is verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken aan iemand van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Ook mag er geen alcoholhoudende drank verstrekt worden aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, maar het duidelijk is dat de drank bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
 

Hou men zich hier niet aan dan kan er een boete volgen. Voor de instelling die de drank verkoopt bedraagt deze boete 1360,-. Als je betrapt wordt met alcohol en je bent tussen 12 en 15 dan bedraagt je boete 45 euro en ben je 16 of 17 dan bedraagt deze 90 euro.
 

De aanwezigheid van een iemand die jonger is dan 18 in een slijterij is verboden, of mag alleen onder begeleiding van iemand waarvan vastgesteld is dat deze 21 jaar of ouder is.
 

Een bedrijf is verplicht om naar een identiteit bewijs te vragen als er niet duidelijk is of iemand over de 18 is of niet.

 

 

Genoeg is genoeg:
 

Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.

 

Bediening:
 

Het is verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.

 

 
 

Toezicht:
 

Gemeente houdt toezicht op de geldende leeftijdsgrenzen en de vergunningsvoorwaarden voor de verkoop van alcohol. Merk je dat een ondernemer de regels rond verkoop van alcohol overtreedt? Dan kun je een klacht indienen bij de gemeente waar het bedrijf is gevestigd.

 

 
 

Nuttiging:

Het is verboden op de weg, die deel uit maakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Wordt je hierop betrapt dan kan er een boete  volgen en wordt de drank in beslag genomen.

 

 

 

Verantwoordelijken bij brand

Eigenaar of huurder:

Het gebeurt maar liefst 5.000 keer per jaar dat er ergens in Nederland brand uitbreekt in een woonhuis. Dit terwijl het eigenlijk helemaal niet moeilijk of duur is om de risico’s op brand te verkleinen. Dit kan door rookmelders te plaatsen of een blusdeken of blusmiddel in huis te hebben. En als je een schoorsteen hebt moet die het liefst ook een keer per jaar worden schoongemaakt. Hiermee word de kans al verkleind. Verder kan er op de website van de brandweer meer informatie gevonden worden. Maar ook Stichting Consument en Veiligheid geeft uitgebreide informatie over hoe er zo brandveilig mogelijk kan worden gewoond. De site biedt zelfs test om de brandveiligheid van de eigen woonsituatie in kaart te brengen, zie www.woonikbrandveilig.nl  

 

 

Als bezoeker:

Een bezoeker van een gebouw is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen gedrag. Maar een bezoeker van een gebouw is doorgaans niet of nauwelijks bekend in het gebouw. Dus moeten er in geval van brand aanwijzingen worden gegeven aan bezoekers door vaste gebruikers van het gebouw. Voor de organisatie van deze aanwijzingen en andere hulpverlening is een werkgever verantwoordelijk.
Dus bezoekers kunnen minder zelfredzaam zijn en daardoor minder in staat zijn hun verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om brandveiligheid.

 

De brandweer:

De brandweer heeft als taak advies te geven aan Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente over brandveiligheidsaspecten als er een bouwvergunningen wordt gegeven. De brandweer geeft dan op basis van bouw- of verbouwplannen aan wat wel en niet kan.

 

 

De gemeente:

Het gemeentebestuur verleent bouwvergunningen. Meestal voert Bouw- en Woningtoezicht dit uit. Ambtenaren van deze afdeling zijn verantwoordelijk voor het afgeven van bouwvergunningen, toezicht op de vergunningen en naleving van wettelijke eisen. Het kan zijn dat een gedeelte van deze taken worden uitgevoerd door andere organisaties, zoals de brandweer. 
De ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht signaleert in welke situatie specialistische kennis nodig is. Bijvoorbeeld wanneer de brandweer moet worden ingeschakeld bij vooroverleg voor een bouwvergunning of bij beoordeling van brandveilige uitvoering van een gebouw.

 

Verzekering:

De verzekeraar is verantwoordelijk voor het verzekeren van een gebouw. Hierbij is de publieke regelgeving, die primair gericht is op bescherming van mensendie in een gebouw verblijven en bij brand veilig kunnen vluchten, hetuitgangspunt. Deze regels gaan niet over het beperken van financiële schade door brand. Hiervoor moeten gebouweigenaren of gebruikers van een gebouw zichzelf verzekeren. De verzekeraar bepaalt welke premie betaald moet worden en in welke mate preventiemaatregelen voldoende zijn voor de betreffende verzekering. 
Bij een bouwproces geldt: Hoe eerder in het bouwproces de verzekeraar betrokken wordt, des te eerder kan rekening gehouden worden met voorwaarden die de verzekeraar stelt.